Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch de man wilde niet vernachten, maar stond op, en trok weg, en kwam tot tegenover Jebus (dewelke is [17]Jeruzalem), en met hem het paar [18]gezadelde ezelen; ook was zijn bijwijf met hem. 17. Naderhand alzo genoemd, in dezen tijd door de Jebusieten bewoond. Zie vs.11,12, en Joz.15:63; 2 Sam.5:6. 18. Of, opgebonden, en voorts beladen, gelijk af te nemen uit vs.19.